Vakbondsafgevaardigden uit verschillende bedrijven namen het afgelopen jaar deel aan de workshops van ‘Mijn bedrijf toekomstproof’. Dat is een Europees project dat vakbondsmilitanten wil inspireren om met de werkgever in overleg te gaan over de impact van de klimaattransitie op het bedrijf. Hoe hebben ze het project ervaren? Welke lessen trekken ze eruit?
We spraken erover met Tom Fieer (ABVV-Metaal), Wim Van Loock (ACV Metea) en Erik Voet (ACV Metea) van non-ferrobedrijf Aluminium Duffel.
Wat was jullie motivatie om deel te nemen aan het project 'Mijn bedrijf toekomstproof'?
Erik: "In alle eerlijkheid, het klimaataspect was voor mij niet de hoofdreden om deel te nemen aan het project. Ik wilde als militant vooral zicht krijgen op wat ons bedrijf moet doen zodat er hier in Duffel in 2050 nog een aluminiumfabriek staat. Want als ik lees wat er allemaal op ons afkomt, ben ik daar echt bezorgd over. Het overleven van het bedrijf is onze eerste zorg. Het klimaataspect speelt in dat overleven zeker een rol. Ik wilde daarnaast ook bijleren over hoe andere bedrijven het aanpakken.”
Tom: "Ook voor mij was het belangrijk om meer inzicht te krijgen in de uitdagingen waarmee andere energie-intensieve bedrijven kampen. Hoe pakken de vakbonden het daar aan? Met welke problemen worden ze geconfronteerd? Op welke manier proberen ze impact te hebben? De klimaattransitie is noodzakelijk, maar niet gemakkelijk. Het zijn economisch moeilijke tijden. De hoge gasprijzen spelen ons parten, en de bouw- en autosector – waar wij veel aan leveren – heeft het zwaar. In zo’n context is het belangrijk om van elkaar te leren en elkaar te versterken."
Wat hebben jullie al opgestoken tijdens het project?
Wim: "In de workshops waren steeds collega’s aanwezig van andere bedrijven, ook van grote spelers uit de industrie. Het was bijzonder leerrijk om met hen uit te wisselen. Ik wilde er daarom ook elke sessie zelf bij zijn. Sommige zaken zijn verschillend per bedrijf, maar toch hebben die uitwisselingen ons vaak goede ideeën opgeleverd, waarmee we naar ons management zijn gestapt. Soms kregen we verrassende antwoorden."
Welke verrassende antwoorden?
Tom: "Wij zijn met veel suggesties naar de directie gestapt en werden aangenaam verrast door hun kennis en betrokkenheid. Ze zijn zich duidelijk bewust van de uitdagingen en werken er actief aan. Wij zijn daar te weinig van op de hoogte. We merken wel dat de klimaatuitdagingen minder sterk leven op de werkvloer. De prioriteit ligt in de eerste plaats bij jobzekerheid en koopkracht, wat ook begrijpelijk is. Het komt erop aan om beide zaken met elkaar te verzoenen. Een duurzaam bedrijf is uiteindelijk ook een sterk en toekomstgericht bedrijf."
Wim: "Het project heeft ons getriggerd om op de ondernemingsraad de juiste vragen te stellen. In een bedrijf als het onze is dat van belang, omdat wij geen deel uitmaken van een grote groep en dus geen uitgebreide duurzaamheidsdiensten hebben. De directie had zeker oren naar onze vragen. We gaan in de toekomst nog vaker aan de boom schudden."
Hoe zien jullie de klimaatuitdaging voor jullie bedrijf?
Wim: "Het is een grote uitdaging om de CO2-uitstoot van de site in Duffel te reduceren. De volledige elektrificatie van onze site kan in theorie, maar dat is in de praktijk geen evidentie. De investeringskosten zijn zeer hoog en er is momenteel geen businesscase. Bovendien zijn er nog geen elektrische ovens op de markt van de grootte die we hier nodig hebben. Waterstof zal wellicht niet ter beschikking zijn voor onze fabriek, want wij zitten in Duffel te ver verwijderd van de grote industriële clusters."
Erik: "Ons bedrijf in Duffel zal grote investeringen moeten doen, maar het moet ook zelfbedruipend zijn. Aangezien we geen deel uitmaken van een grote groep, hebben we moeilijker toegang tot externe financiering. Ons bedrijf kan het zich niet permitteren om te investeren in verkeerde technologieën."
Tom: "De uitdaging is vooral om te verduurzamen en tegelijkertijd competitief te blijven. In de VS en China gelden andere regels dan in Europa. Dat baart ons zorgen, want het is de vraag of Europa de concurrentiedruk aankan. We hebben nood aan goed Europees en nationaal beleid om ervoor te zorgen dat we hier sterker uitkomen. Ik ben ervan overtuigd dat ons bedrijf een belangrijke rol kan spelen in de transitie naar een duurzame samenleving, onder meer door de gerecycleerde grondstoffen te leveren die daarvoor nodig zijn. Maar de weg van A naar B is moeilijk en moeten we samen aanpakken. Het is zeer belangrijk dat werknemers betrokken worden en dat er naar hen geluisterd wordt."
Zitten er concrete klimaatprojecten in de pijplijn?
Wim: "De grootste klimaatwinst valt te halen door gerecycleerd aluminium te gebruiken. Dat doen we steeds meer in Duffel. Ons bedrijf heeft al concrete plannen aangekondigd om de recyclagecapaciteit uit te breiden. We willen de Greenmelt-oven uit 1996 terug in gebruik nemen die sinds 2017 niet meer rendabel was. Daarvoor is een milieuvergunning nodig, die we hopelijk gaan krijgen. In de toekomst zal afval steeds meer onze nieuwe grondstof worden. Het is de bedoeling om het schroot dat van klanten terugkomt, opnieuw in te zetten. Denk bijvoorbeeld aan gedemonteerde auto’s."
Tom: "We verwachten dat de vergunning voor de Greenmelt-oven dit jaar wordt toegekend, maar het blijft een moeizaam en onzeker proces. Die oven zou een enorme meerwaarde betekenen om de hoeveelheid recyclage schroot te verhogen, iets wat volledig past in het CO2-neutraal plaatje. Ook dat is iets waar het beleid werk van moet maken: er is nood aan een stabiel en duidelijk vergunningenbeleid."
Zijn er ook plannen om van het gas af te stappen?
Erik: "Ik kwam te weten dat ons bedrijf zelfs al een offerte heeft opgevraagd om de gasgestookte ovens te vervangen door elektrische ovens. Ik vond dat verrassend, want vóór dit project had ik hierover nog nooit iets gehoord. Helaas is zo’n investering op korte termijn geen haalbare kaart. De oven zou twee keer zo groot moeten worden en de kostprijs is tamelijk extreem. Het is goed om te weten dat ons bedrijf al bestudeert wat er nodig is op vlak van kosten en infrastructuur. Tegelijkertijd is het frustrerend dat zulke projecten blijven steken in goede bedoelingen. We zien dit echter niet enkel bij ons: zelfs bij pakweg ArcelorMittal worden vergroeningsplannen in de koelkast geplaatst. De onzekerheid over de toekomst is dus niet weg."
Waarom moet een vakbondsmilitant zich bemoeien met de klimaatstrategie van zijn bedrijf?
Wim: "Het gaat om werkzekerheid in de toekomst. Als militant ben je daar bezorgd om. Je wil niet dat het bedrijf de trein mist omwille van het klimaat. Als dat gebeurt, dan zijn de mensen hun job kwijt. Het gaat voor mij niet op om als militant te zeggen: “Het interesseert me niet.” Want dan ga je in tegen waar je als militant voor wil staan. Voor mij is de klimaatstrategie even belangrijk als de andere strategieën van het bedrijf."
Erik: "Daarnaast is er ook de 'war on talent'. In de toekomst gaan jonge mensen niet meer in een vervuilend bedrijf willen werken, en ik begrijp dat ook. Vooral bij de hoger opgeleide functies zien we dat er op sollicitaties naar de klimaatimpact en duurzaamheid gevraagd wordt, al is het niet doorslaggevend."
Tom: "Als vakbondsafgevaardigde moet je weten wat de visie van de directie is om de toekomst van ons bedrijf op lange termijn veilig te stellen. Het is onze taak om de vinger aan de pols te houden en om de bezorgdheden van de werknemers te vertolken. Vanuit hun ervaring kunnen werknemers trouwens ook proactief meedenken aan het klimaatbeleid van hun bedrijf, al is dat niet altijd gemakkelijk, want het gaat vaak om complexe materie."
Dit interview werd afgenomen in het kader van het Europese project ‘Mijn bedrijf toekomstproof’, een samenwerking tussen vakbonden en milieubewegingen uit Vlaanderen en Nederland
Bedrijfsprofiel
- Aluminium Duffel is één van de belangrijkste aluminiumwalserijen van Europa, met hoofdzetel in Duffel. Er werken ongeveer 1.000 mensen.
- De fabriek produceert jaarlijks gemiddeld 200.000 ton halffabricaten. Bijvoorbeeld aluminiumplaten die in Duffel gesmolten worden om elders te assembleren
- De impact van de economische crisis en dure energieprijzen is goed te voelen. De fabriek draait momenteel slechts op 70-75 % van zijn capaciteit.
- De fabriek maakt geen deel uit van een grote groep en heeft een Amerikaanse investeerder (AIP) als eigenaar
