Aardwarmte
Zie geothermie
Atmosfeer
De dampkring, het omhulsel van gas om de aarde
Bedrijfskolom
De naam voor de opeenvolgende stappen (schakels in het voortbrengingsproces) die een product doormaakt, voordat het bij de klant, de consument is. De bedrijfskolom begint bij de winning van grondstoffen en eindigt bij de detailhandel.
Biomassa
Plantaardig of dierlijk materiaal, of materiaal van plantaardige of dierlijke herkomst. Biomassa levert in de eerste plaats het voedsel voor mensen en dieren. Het kan ook gebruikt worden voor toepassingen waar koolstof onmisbaar is, zoals biogebaseerde materialen, chemicaliën en brandstoffen.
Biogebaseerde economie
De tak van de economie die producten maakt op basis van biomassa en/of die biomassa gebruikt als energiebron. Dit kan zowel de chemie, textielindustrie, farmaceutische industrie, houtverwerkende industrie, bouwsector, ... zijn.
Businessmodel
Bedrijfs- en verdienmodel. De wijze waarop een bedrijf geld verdient, hoe het zijn activiteiten organiseert en zijn klanten van dienst is. Een leverancier van software kan bijvoorbeeld geld vragen per geleverd pakket of per gebruiksduur of juist het pakket gratis weggeven en geld verdienen door het geven van advies of door advertenties te tonen bij het gebruik van het pakket.
Broeikaseffect
Het opsluiten van de warmte van invallende stralen van de zon in de atmosfeer. De hitte wordt opgesloten door broeikasgassen zoals koolstofdioxide (C02). Deze gassen vormen een soort "deken" rondom onze planeet.
Bruto Binnenlands Product
De totale geldwaarde van alle finale goederen en diensten die in een periode van een jaar geproduceerd worden in een land.
Capaciteitstarief
Iedereen die elektriciteit verbruik, betaalt niet alleen een vergoeding aan zijn elektriciteitsleverancier (bv. Electrabel), maar ook een vergoeding omdat hij/zij het elektriciteitsnet van Infrax of Eandis gebruikt om de elektriciteit tot bij hem/haar thuis te krijgen (nettarief). Dat nettarief wordt nu berekend in functie van het energieverbruik. Maar als het capaciteitstarief wordt ingevoerd, wordt het nettarief berekend in functie van de sterkte van de aansluiting van de woning op het elektriciteitsnet. Hoe sterker de aansluiting, hoe meer elektrische toestellen tegelijk in werking kunnen zijn zonder dat een stroompanne optreedt.
Carbon Capture & Use
Vaak afgekort als CCU. Het afvangen en nuttig gebruiken (verwerken in nieuwe producten) van CO2 dat o.a. vrijkomt bij industriële processen zoals de cement-, kunstmest- of staalproductie.
CCU
Zie Carbon Capture & Use
Ecosysteem
Het geheel van planten en dieren in een gebied en hoe ze in verhouding staan tot elkaar en hun omgeving. In een ecosysteem zijn er zowel planten, dieren en micro-organismen als niet-levende onderdelen (lucht, water en bodem). Tussen al die onderdelen zijn er kringlopen en stromingen. Planten nemen bv. voedingsstoffen op uit de bodem en geven humus terug. Zolang de mens die kringlopen niet verstoort is er een soort evenwicht in een ecosysteem. Voorbeelden van ecosystemen zijn een bos, een vijver, maar ook het tropisch regenwoud, een oceaan of zelfs de hele aarde.
Elektrificatie
Het toenemend belang van elektriciteit in het energiesysteem.
Emissie
De uitstoot van schadelijke / verontreinigende stoffen naar lucht, bodem of water. Bijvoorbeeld de uitlaatgassen van motoren van auto’s en vliegtuigen, rook uit de schoorstenen van huishoudens, fabrieken en elektriciteitscentrales, enz.
Energiebesparing
Alle maatregelen om minder energie te verbruiken. Een eerste groep van maatregelen betreffen energie-efficiëntie, hetzelfde doen met minder energie. Maar men kan ook energie besparen door minder gebruik te maken van goederen en diensten die energie verbruiken. Onder energiebesparing valt dus ook het veranderen van gedrag, zoals het uitdoen van lampen in ruimtes waar niemand aanwezig is.
Energie-efficiëntie
Hetzelfde doen met minder energie. Een dienst of een product is energie-efficiënt als er voor de productie en het gebruik ervan niet meer energie wordt gebruikt dan nodig is. Energie-efficiëntie is een onderdeel van energiebesparing.
ETS
Het Europees Emissiehandelssysteem voor broeikasgassen. Dat systeem bepaalt hoeveel broeikasgassen alle ETS-bedrijven samen elk jaar mogen uitstoten (uitstootplafond). Het uitstootplafond wordt af en toe verlaagd richting het doel om de emissies tegen 2030 te verminderen met 43%. De grote bedrijven uit de energiesector en de industrie vallen onder dit systeem. Ze moeten uitstootrechten aankopen en/of krijgen gratis uitstootrechten toegewezen. Elk jaar moeten ze een hoeveelheid uitstootrechten inleveren die overeen komt met de hoeveelheid broeikasgassen die ze dat jaar uitgestoten hebben. Overschotten aan ETS-rechten kunnen verkocht worden aan bedrijven met een tekort, ze zijn dus verhandelbaar.
Fijn stof
Zeer kleine stofdeeltjes die aanwezig zijn in de lucht en die daardoor diep in de longen kunnen doordringen. Fijn stof kan afkomstig zijn van menselijke activiteiten (roet van de verbranding van hout en van zware brandstoffen zoals diesel, slijtage van het wegdek en van voertuigen,..). Het kan ook van natuurlijke oorsprong zijn (opwaaiend zand, zeezout). Roet is erg schadelijk voor de gezondheid.
Flexibiliteit (bij elektriciteit)
Alle manieren om ervoor te zorgen dat vraag en aanbod aan elektriciteit op het net in evenwicht blijven zodat stroompannes voorkomen worden. Flexibiliteit wordt een belangrijk aandachtspunt, omdat windmolens en zonnepanelen alleen elektriciteit leveren als de wind waait of de zon schijnt.
Fossiele brandstoffen
Energiebron die ontstaan is uit de resten van plantaardig en dierlijk leven in het geologisch verleden van de aarde. Hieronder vallen aardolie, aardgas, steenkool en bruinkool.
Geothermie
Het onttrekken van energie uit de ondergrond en/of het opslaan van warmte en koude in de ondergrond. Daarbij wordt bv. gebruik gemaakt van het temperatuurverschil tussen het aardoppervlak en diep in de aarde gelegen warmtereservoirs.
Hernieuwbare energie
Energie uit bronnen die onuitputtelijk zijn en telkens opnieuw kunnen worden gebruikt. Voorbeelden zijn waterkracht, zonne-energie (via zonnepanelen), windenergie (via windturbines) en energie uit biomassa (bv. vergisting van groente-, fruit- en tuinafval, vergisting van mest of slib of verbranding van houtafval).
Industriële ecologie
De industriële ecologie beschouwt een industrieel systeem als een bijzonder ecosysteem. Het gaat dus over netwerken van bedrijven, waarbij het afval van het ene bedrijf de grondstof is voor het andere, net zoals in de voedselketen van een natuurlijk ecosysteem.
Innovatie
Vernieuwing. Nieuwe ideeën, technologieën, goederen, diensten en processen; nieuwe manieren van organisatie binnen een bedrijf of binnen de maatschappij.
Interconnectie
De verbinding van (de Belgische) gas- en elektriciteitsnetwerken met het buitenland om de in- en uitvoer van energie mogelijk te maken.
Integraal ketenbeheer
Het bestuderen en verbeteren van alle activiteiten die waarde toevoegen, vanaf de grondstoffenwinning tot aan de verkoop aan de gebruiker en de recyclage van afval. Het gaat onder meer over de verbetering van de samenwerking tussen de opeenvolgende schakels van de bedrijfskolom, van de leveranciers tot aan de klanten.
Internet of Things
Tot nu toe zijn er vooral computers verbonden met het internet. Meer en meer worden ook slimme apparaten verbonden. Een beheerder kan dan vanop afstand gegevens uitwisselen met de apparaten en/of ze aan- en uitschakelen. Er wordt gewerkt aan een brede waaier aan slimme toestellen: elektriciteits-, gas- en watermeters, koelkasten, sportkleding met sensoren, warmwaterboilers, beveiligingscamera’s, enz.
Klimaat
Het gemiddelde weer over een bepaalde periode. Om het klimaat te bepalen wordt gekeken naar het gemiddelde over dertig jaar van temperatuur, vocht, luchtdruk, wind, bewolking en neerslag.
Klimaatverandering
De wijziging van het klimaat die het gevolg is van de toegenomen hoeveelheid broeikasgassen in de dampkring rond de aarde en de daaruit volgende stijging van de gemiddelde temperatuur op aarde.
Koolstofbudget
Hoeveelheid CO2 die we nog mogen uitstoten als we de opwarming van de aarde willen beperkten tot het aanvaardbare niveau van 2° C, of het nog wat veiligere niveau van 1,5° C.
MWh
Megawattuur. Een hoeveelheid elektrische energie. Een gemiddeld Vlaams gezin verbruikt per jaar ongeveer 3,5 MWh elektriciteit (= 3.500 kWh of kilowattuur). De kostprijs van 1 MWh bedraagt op de groothandelsmarkt ongeveer 35 euro.
Natuurlijke hulpbronnen
Alle in de natuur aanwezige stoffen die van economisch nut kunnen zijn en die onmisbaar zijn voor de levenskwaliteit van de mens. Bijvoorbeeld fossiele brandstoffen, delfstoffen, hout, planten en dieren, water, zuivere lucht, vruchtbare grond, enz.
Niet-energetisch verbruik
Dat deel van de fossiele brandstoffen dat wordt gebruikt als grondstof voor de (petrochemische) industrie, bv. voor het maken van plastics uit petroleum.
Primaire energiebronnen
Energiegrondstoffen in hun natuurlijke vorm vóór enige technische omzetting. Bijvoorbeeld fossiele brandstoffen (petroleum, aardgas en kolen), nucleair materiaal voor de kerncentrales, zon, wind en waterkracht
Productiefactoren
Middelen die kunnen worden ingezet bij de productie van goederen en diensten. Meestal wordt onderscheid gemaakt tussen: kapitaal , arbeid en natuur. Onder natuur vallen grond, grondstoffen en energie. Soms worden ook andere elementen beschouwd als productiefactoren, zoals kennis (o.a. technologie) en ondernemerschap.
Slimme meter
Een digitale (elektriciteits)meter die zowel ter plaatse als op afstand kan worden uitgelezen. De meter geeft - draadloos of via de kabel - geregeld de meterstand door aan de netbeheerder.
Spaarbekkencentrale
Een elektriciteitscentrale waarbij in periodes van een overschot aan elektriciteit op het net, die elektriciteit gebruikt wordt om water op te pompen en op te slaan in hoger gelegen spaarbekkens. Als de vraag naar elektriciteit stijgt en er een tekort ontstaat, laat men het water terug naar beneden lopen om hydraulische turbines aan te drijven die de benodigde elektriciteit produceren. Ook pumped storage genoemd.
Recyclage
Het opnieuw gebruiken van de materialen die in producten verwerkt zitten. Recyclage is iets anders dan hergebruik, waarbij een product zelf opnieuw gebruikt wordt.
Renovatie
Bij een renovatie wordt een gebouw hersteld en gedeeltelijk vernieuwd. Een gebouw wordt verbeterd door veranderingen aan te brengen of door het te vergroten.
Toegevoegde waarde
Het verschil tussen de marktwaarde van productie (goederen en diensten) en de daarvoor ingekochte grondstoffen. Het is dus gelijk aan de omzet minus het aankoopbedrag van grondstoffen (maar niet gelijk aan omzet minus de kosten, dit is winst).
Transformatiesector
De economische sector die primaire energiebronnen omzet in andere vormen van energie zoals elektriciteit, geraffineerde petroleumproducten en cokes.
Transitie
Fundamentele verandering in de manier waarop de samenleving basisfuncties invult, zoals vervoer, voedselproductie, wonen, de energievoorziening of de zorg. Voorbeelden van transities zijn 1) de industriële revolutie die de overgang inhield van een landbouwsamenleving naar een industriële samenleving; 2) de overgang van de industriële economie naar een diensteneconomie; 3) de ontwikkeling na Wereldoorlog II van de grootschalige intensieve landbouw die zorgde voor veel en goedkoop voedsel; en 4) de omschakeling van steenkool naar aardgas als belangrijkste energiedrager die systeeminnovaties inhield voor de winning en distributie van aardgas, de woningbouw en de ontwikkeling van (huishoudelijke) apparatuur.